- Nieuws
- Oppervlaktebehandeling
- Plaatbewerking
- Verspaning
- Maintenance
- Automatisering
- Lassen
- Toelevering
De investeringen in industrieel 3D-printen nemen een hoge vlucht. In de afgelopen twee jaar zijn er miljarden dollars in de industrie geïnvesteerd – waarbij nieuwere bedrijven profiteren van de instroom van middelen. Maar hoe zit dat nu in de industriële praktijk en wat heeft de toekomst in petto voor de industrie, nu ze steeds meer aandacht krijgt van investeerders?
We keren eerst meer dan tien jaar terug in de tijd; naar het begin van 2010. Dat werd gekenmerkt door veel opwinding en hype rond 3D-printing door het verlopen van diverse patenten. Een revolutie die 3D-printers in elk huis zou brengen en de consument in staat stellen om 3D-printobjecten met een simpele klik op de knop te produceren. Een hype die de aandacht trok: nieuwe bedrijven overspoelden de markt en investeerden miljoenen in 3D-printers. De aandelenkoersen van twee van de grootste fabrikanten van 3D-printers (3D Systems en Stratasys) schoten omhoog. Het leek erop dat 3D-printen op het punt stond om een nieuwe technologische revolutie te ontketenen.
De opwinding was echter voorbarig: de 3D-printerrevolutie voor de consument kwam niet van de grond. Toch niet zo gebruiksvriendelijk als velen hadden gedacht. Maar wat nog belangrijker is, is dat er nooit echt een kritische consumententoepassing werd ontwikkeld die het mogelijk maakte om thuis 3D-printen echt op te starten. Als gevolg daarvan kromp de markt voor 3D-printers voor consumenten tussen 2014 en 2016 aanzienlijk. Niet alleen hebben veel van de nieuwe bedrijven – met name de fabrikanten van kleine ‘desktop’ 3D-printers – het heel moeilijk gehad, maar ook de beleggers zagen hun aandelenkoersen dalen.
Fast forward naar (bijna) vandaag: volgens het onderzoeksbureau Smartech Publishing groeide de 3D-printing industrie in 2018 met 24% tot 9,3 miljard dollar. In 2019 groeide de markt tot 10,4 miljard dollar, waardoor voor het eerst in de veertigjarige geschiedenis van de 3D-printindustrie de drempel van een dubbelcijferig miljard werd overschreden. Zelfs in het coronajaar 2020 wordt nog een groei tussen de 5 à 10% gemeld en alle analisten voorspellen een aanhoudende groei voor de komende jaren. Maar waar komt deze heropleving vandaan? Het antwoord: industrieel 3D-printen.
Hoewel de visie van een consumentenmarkt voor 3D-printing haar beloften vooralsnog niet heeft waargemaakt, heeft 3D-printing zich ontpopt als een veelbelovende technologie voor industriële productie, waardoor productontwikkelingsprocessen worden versneld en steeds meer onderdelen voor eindgebruik worden geproduceerd. Veeleisende industrieën zoals de auto-industrie, de luchtvaart, de medische sector en de machinebouwsector installeren 3D-printers, die zowel in kunststoffen als in metaal onderdelen printen – en zetten deze in de praktijk in.
Zo kondigde autoreus Volkswagen eind 2018 een centrum voor digitale productie en 3D-printen aan. Het bedrijf onthulde een zeer gedetailleerd stappenplan, waaruit blijkt dat het tegen 2021 50.000 tot 100.000 functionele onderdelen ter grootte van een voetbal per jaar in 3D zou printen.
Volgens 3D-printanalyst Terry Wohlers werd in 2019 wereldwijd bijna 1,5 miljard dollar besteed aan het 3D-printen van eindonderdelen. In 2016 bleef de teller nog steken op ruim 600 miljoen. Meer dan een verdubbeling op drie jaar tijd. Ook in de enquête van eind 2020 in de Benelux-markt zien we eenzelfde verschuiving: prototyping blijft belangrijk als toepassing voor 3D-printing, maar uiteindelijk verschuift het break-even point – waarop het gebruik van AM economisch de beste keuze wordt – onverbiddelijk op in de richting van serieproductie. Om vooruitgang te kunnen maken op gebied van printsnelheid, materialenkeuze en kostprijs van de machines, hebben de bedrijven achter de technologieën aanzienlijke financiële middelen nodig. En die lijken ze te krijgen. Het is niet verwonderlijk dat het potentieel van 3D-printing, nu het zich richt op industriële toepassingen in de echte wereld, zeer aantrekkelijk is voor investeerders.
Toch is het belangrijk om niet in dezelfde valkuil te trappen als tijdens de consumentenhype van 3D-printen. Industrieel 3D-printen zal de conventionele productiemethoden niet vervangen, althans niet op korte termijn. Het is veeleer een complementaire technologie die nieuwe ontwerpmogelijkheden biedt, nieuwe toepassingen mogelijk maakt en de productiekosten verlaagt.
Dat beginnen ook de Vlaamse en Nederlandse maakbedrijven door te hebben. De bereidheid om in de technologie te investeren is in elk geval hoog: uit de Flam3D-enquête in Vlaanderen en Nederland blijkt dat 80% van de maakbedrijven wil investeren in (bijkomende of nieuwe) printsystemen, een kleine helft wil software voor 3D-printing aankopen, circa 30% wil externe knowhow inkopen…
Als het op groei aankomt, lijkt de toegang tot financiering vaak nog een bottleneck in de Benelux: enkele veelbelovende start-ups staan in de startblokken klaar voor een bliksemstart, maar geraken vaak maar met veel moeite (en mondjesmaat) aan de benodigde middelen om die vliegende start effectief te kunnen nemen. Nochtans zijn er duidelijk enkele bedrijven met een wereldwijd potentieel. De groei van de 3D-printindustrie is aanzienlijk en de verwachting is dat de sector van momenteel bijna 12 miljard dollar aanzienlijk zal blijven groeien. Grote spelers zien een groot potentieel, en de instap van grote bedrijven als HP, BASF en GE toont de intentie om de wereldwijde productiemarkt te ontwrichten nu de technologie vooruitgang blijft boeken. Nu er zo’n mooie weg is afgelegd voor 3D-printen, is het logisch dat de weg naar financiering een belangrijk onderdeel van het traject is. Hoewel het landschap concurrerender is dan ooit, biedt het mogelijkheden om nieuwe processen en bedrijfsstrategieën te ontwikkelen en te laten groeien – en investeerders houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Flam3D biedt als neutrale sectororganisatie een toegang tot een portfolio van start-ups en scale-ups die actief zijn in 3D-printing. Op zoek naar info of partners? Contacteer ons.