Het algemene resultaat voor orders in 2024 in de machine- en installatiebouw is teleurstellend. Het wachten is op een ommekeer. Betere raamvoorwaarden in Duitsland zijn hier een belangrijk aspect van.
Orders voor grootschalige systemen zorgden voor een positieve verrassing in de orderportefeuilles van werktuigbouwkundige en installatietechnische bedrijven aan het einde van het jaar. Het totale orderresultaat was echter teleurstellend: in reële termen daalden de orders in 2024 met 8% ten opzichte van het voorgaande jaar. Binnenlandse machinebouwbedrijven noteerden een daling van 13 procent in orders in 2024, terwijl de orders uit het buitenland met 5 procent daalden. De daling van de orders uit landen in de eurozone bedroeg 9 procent, terwijl landen buiten de eurozone een daling van 4 procent noteerden.
Dit betekent dat bedrijven voor het tweede jaar op rij over de hele linie een aanzienlijke daling in orders moesten noteren. “Het wachten op een ommekeer duurt voort. We missen momentum in belangrijke afzetmarkten, vooral een betere stemming in Duitsland. Hier moet de volgende federale regering snel uitgebreide maatregelen nemen ten gunste van exportgerichte industriële KMO’s”, aldus economisch expert Olaf Wortmann van de VDMA over de jaarlijkse orderbalans.
Desondanks was de machinebouwsector in december 2024 in staat om een lichte groei van 1 procent in reële termen te genereren ten opzichte van het voorgaande jaar dankzij grote orders. “Dit was te danken aan orders uit niet-euroregio’s, die met 13 procent toenamen. Dit resulteerde in een totale stijging in het buitenland van 9 procent voor de verslagmaand (eurolanden: min 1 procent). Dergelijke schommelingen zijn niet ongebruikelijk en op zich positief. Ze kunnen echter niet worden gezien als bewijs van een brede positieve trend,” legt Olaf Wortmann uit. Vooral omdat de binnenlandse activiteiten opnieuw teleurstellend waren met een daling in orders van 19 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.
In de minder volatiele, meer betekenisvolle periode van drie maanden van oktober tot december 2024 noteerden bedrijven een daling in binnenkomende orders van 5 procent in reële termen ten opzichte van het voorgaande jaar. In het binnenland (min 7 procent) was de daling groter dan in het buitenland (min 4 procent). Landen in de eurozone bestelden in deze periode 6 procent minder machines en apparatuur, terwijl landen buiten de eurozone hun orders met 3 procent terugbrachten.